Enkele tips van het FAVV om onze tuinen te laten gonzen van leven

Het gonst van de bedrijvigheid in onze tuinen en onze terrassen. En dan hebben we het niet alleen over alle Belgen die tijdens de voorbije weken van sociale afzondering hun passie voor tuinieren hebben (her)ontdekt. Deze dagen zijn ook voor de bijenkorven een bijzonder vruchtbare periode. Dankzij het goede weer krijgen de planten een stevige groeischeut en komen ze tot bloei. Voor de bijen breekt een periode van overvloed aan. Bijen spelen als belangrijkste bestuivers een essentiële rol in ons ecosysteem, maar ze hebben te kampen met een hoog sterftecijfer. Dus hoe kunnen wij helpen om onze zoemende vriendjes te beschermen? Het FAVV geeft enkele tips die onze Belgische bijen gezond kunnen houden.

Het FAVV en bijen: wat brengt hen samen?

Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: onze bijen zijn in gevaar. Maar er is ook goed nieuws: het sterftecijfer dat vorig jaar in ons land werd vastgesteld, neemt af (14,73% tegenover 23,8% voor de periode 2017-2018). Dat is voornamelijk te danken aan het FAVV, dat met een zorgvuldig uitgewerkt controleprogramma de imkers helpt om hun bijen gezond te houden. Deze gecoördineerde aanpak, gecombineerd met klimatologische factoren, zoals warm en droog weer, heeft de overdracht vertraagd van de varroamijtziekte, een parasiet die een hele kolonie honingbijen kan vernietigen. Dit betekent echter niet dat we onze inspanningen om onze kleine gestreepte vrienden te beschermen moeten verminderen.

Zo bezoeken medewerkers van het FAVV drie keer per jaar de Belgische imkers. Ze evalueren het sterftecijfer van de bijen en onderzoeken bepaalde ziektes die de bijenkorven bedreigen. Het FAVV geeft de imkers jaarlijks haar aanbevelingen om hen te helpen en te begeleiden in hun werk. Het grote publiek is zich niet altijd bewust van deze belangrijke taak die het FAVV vervult, in samenwerking met andere actoren zoals Sciensano. Naast deze bezoeken waakt het FAVV ook over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers. Een verkeerd gebruik hiervan kan immers schadelijke gevolgen hebben voor onze bijen.

Niet iedereen kan zomaar imker worden

Een eigen bijenkorf opzetten om de bijtjes te helpen beschermen en, als kers op de taart, te genieten van wat homemade honing! Wie droomt er niet van? Toch is het niet zo eenvoudig. Een bijenkorf vraagt veel aandacht: de bijen moeten in de winter voldoende voedsel krijgen, er moet voldoende water aanwezig zijn tijdens droge periodes in de zomer en de bijenkorf mag niet besmet worden met de varroamijt- of een andere ziekte (anders zou de ziekte zich kunnen verspreiden naar andere bijenkorven). Een verwaarloosde bijenkorf kan een broeihaard zijn voor ziektes als vuilbroed en kan schade toebrengen aan naburige bijenkorven. Zich wagen aan bijenteelt vereist dus een goede opleiding in een school voor bijenteelt.

Toch kan iedereen, met enkele kleine inspanningen, een grote bijdrage leveren aan het behoud van onze bijen. Bijvoorbeeld:

  • Geef de voorkeur aan een bloemenperk boven een gazon. Zo geef je de tuin niet alleen een natuurlijke charme, maar vinden de bijen er ook een enorme bron aan voedsel en draagt u bij tot een verhoogde biodiversiteit.
  • Kies voor verschillende soorten struikachtige planten in uw tuin of op uw balkon, die bij voorkeur "honingdragend" zijn (m.a.w. planten die grote hoeveelheden nectar en stuifmeel produceren). Kornoelje en meidoorn zijn goede voorbeelden hiervan.
  • Voorzie op enkele plaatsen water met kiezelstenen, zodat de bijen kunnen drinken zonder te verdrinken. Ook de vogels zullen hiervan kunnen meegenieten: twee vliegen in een klap!

Het effect van het coronavirus: stijging van het aantal geregistreerde imkers

Tijdens de coronacrisis registreerde het Agentschap een stijging van het aantal bijenhouders in ons land. Sinds 1 januari 2020 zijn er 770 nieuwe bijenhouders toegevoegd aan de 7440 imkers die al bij het FAVV zijn geregistreerd. Het grootste deel daarvan registreerde zich in maart, na ingang van de quarantainemaatregelen. De verklaring van deze plotse stijging is erg simpel: vanwege het verbod op niet-essentiële reizen hadden imkers een bewijs van registratie bij het Agentschap nodig om zich te kunnen verplaatsen naar hun bijenkorven.

 

Ongeacht deze specifieke situatie, zijn zowel professionele als amateurimkers verplicht zich in te schrijven bij het FAVV. Dankzij de inspecties van de bijenkorven en de samenwerking met de imkers, die potentiële gevallen van Amerikaanse of Europese vuilbroed melden aan het FAVV, ​ kan het Agentschap uitbraken van ziektes opsporen en de geregistreerde bijenhouders die zich in de buurt van de uitbraak bevinden rechtstreeks op de hoogte brengen. Het Agentschap zorgt er ook voor dat de geteste honing geen residuen of verontreinigende stoffen bevat. In 2019 werden zo 194 imkers bezocht door het FAVV en werden 863 kolonies gecontroleerd. Bij een uitbraak van een zeer besmettelijke ziekte zoals de kleine bijenkastkever (of Tropilaelaps), kan het Agentschap bovendien altijd een beroep doen op assistenten voor de bijenteelt indien een groot aantal bezoeken noodzakelijk is. Zij beschikken over de ervaring om bijenkorven te openen, te behandelen en te onderzoeken, monsters te nemen, zieke kolonies te vernietigen, enz.

Bij twijfel over de aanwezigheid van ziektes in een bijenkorf, is het altijd aangeraden om een expert in bijengezondheid te raadplegen, zoals een dierenarts die gespecialiseerd is in de bijenteelt. 

Infographic:  De Belgische bijen en imkers

2020_06_26 Infographic_Bijen en imkers.pdf

PDF - 668 Kb

Nota : Informatiebronnen (persbericht en infographic) :

 

Contact:
Hélène Bonte
Helene.bonte@favv.be
0478 50 59 31

Over het FAVV
Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over FAVV

Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant. Dit doen we tevens door middel van preventie en sensibilisering.